Twentse huisartsen willen met de nieuwe onderzoeksmethode OSAsense makkelijker en goedkoper vaststellen of iemand lijdt aan slaapapneu. Volgens onderzoek lopen er in Nederland nog 300.000 mensen rond met de aandoening zonder dat zij het weten.
Bij obstructief slaapapneu valt de tong ’s nachts achter in de keel waardoor de luchtpijp dicht wordt gedrukt. Dit veroorzaakt een dip in het zuurstofgehalte. Om dit op te lossen worden de hersenen actief. Het gevolg hiervan is dat je niet in een diepe slaap komt en mensen overdag vaak vermoeid of heel slaperig zijn.
De OSAsense is een horloge met een wegwerpsensor die het zuurstofgehalte in het bloed meet. Als dat gehalte 5 keer per uur of vaker dipt in een nacht, duidt dat op slaapapneu. Zodra een arts vermoedt dat een patiënt slaapapneu heeft, koppelt hij het horloge aan de computer en vult hij een aantal gegevens van de patiënt in. De patiënt neemt het horloge mee naar huis, gaat er een nachtje mee slapen en levert hem de volgende dag weer bij de arts in. Vervolgens krijgt de arts een uitgebreide analyse gebaseerd op basis van de vragenlijst en de nachtelijke metingen. Binnen een paar minuten kan hij bepalen of iemand een hoge kans op slaapapneu heeft.
Huisarts Veldhuis is blij met de Osasense. Huisartsenpraktijk Heikens in Almelo, waar Veldhuis werkt, gebruikt net als 60 andere Twentse huisartsen die methode nu een paar maanden. Hij geeft aan dat het een heel laagdrempelig onderzoek is. Het is snel en goedkoop en het kost ongeveer 140 euro. Dit betekent dat men eerder tot onderzoek over gaat.
https://www.tubantia.nl/regio/twentse-methode-moet-patient-met-slaapapneu-helpen~a5d2464c/